Een constructie team bouwt in de nabije toekomst onder grote druk een nucleaire lanceringbasis op de bodem van de oceaan. Het project loopt achter op schema en de projectleider neemt dan ook de nodige risico's.
Zo beveelt hij een holle ruimte onder de locatie op te blazen om daarna te vullen met cement in plaats van het herlokaliseren. Dit tegen het advies van de aanwezige biologe die beweerd dat er in zulke grotten allerlei onbekende en vreemde wezens kunnen leven die zich bedreigt zullen voelen.
Natuurlijk krijgt de biologe gelijk en ontsnapt er een oeroud immens groot wezen uit de grot die begint met het 'verkennen' van het gebied. Daarbij sneuvelt al snel het gebouw bij de locatie en verliest het wat verderop gelegen hoofdkwartier dan ook het contact.
Wanneer men gaat kijken wat er is gebeurt zien ze iets op de sonar bij het verwoeste gebouw. Ze kunnena nog net 1 vrouw redden uit het gebouw ten koste van een andere, hoezo cliché

, en dan begint de zenuwslopende race naar de oppervlakte.
Door een ongeluk kunnen ze niet meteen weg en zitten ze zelfs binnenshuis met het wezen opgescheept. Ze kunnen namelijk vanwege het ongeluk niet meer decompressiemeren. Hiervoor moeten ze allerlei leidingen verleggen voor een work a round. Het probleem hierbij is dat de instelling inmiddels grotendeels onderwater staat.